van Kruijl.com

400 jaar "van Kruijl" in Nederland

Inleiding

In deze genealogie komen ook personen voor die (voorzover ik weet) nog in leven zijn. Van hen zijn alleen de (mij bekende) meest recente relaties opgenomen en maar weinig andere persoonlijke gegevens.

Algemeen

Tijdens de tachtigjarige oorlog, rond het jaar 1585, zijn door de Spanjaarden niet-katholieken verjaagd uit de Zuidelijke Nederlanden. De stad Gent was één van de steden van waaruit de vluchtelingen naar het noorden trokken, veelal met bestemming Amsterdam, Leiden of Rotterdam. Utrecht was, vergeleken met die steden, een wat minder uitverkoren bestemming.

In het jaar 1601 passeert een zekere Livijn Jansz. de Crull in Utrecht een tweetal acten die samenhangen met een transport (een soort overdracht).

Van hem zijn uit die acten slechts een aantal gegevens bekend. Hij was "borgher" (burger) van de stad Utrecht, afkomstig van "Gend" (zeer waarschijnlijk Gent in het huidige Vlaanderen) en herbergier in de Springweg.

Directe gegevens (zoals testamenten of doopinschrijvingen) zijn niet

Overigens blijkt uit veel gegevens in het Stadsarchief van Gent, dat de naam "Cruijl" (of "Cruyl") al in de oudst bewaard gebleven kerkelijke bronnen voorkomt. De familienaam "Cruijl" wordt daar in ieder geval aantoonbaar regelmatig afgewisseld met "Crul". Eventuele aansluiting met de Gentse familie "Cruyl" is nog niet bewezen.

Betekenis van de naam

Naar de betekenis van de naam "van Kruijl" is het slechts gissen. In België komt de naam nog voor als Cruyl. Daarbij moet worden bedacht dat de "C" en de "K" in vroeger eeuwen door elkaar werden gebruikt. In een notariële acte in het jaar 1707 kwamen "Kruijl" en "Cruijl" zelfs nog in één en dezelfde zin voor.

De naam "van Cruijl" en "van Kruijl" in één zin.

De toevoeging "van" heeft vermoedelijk geen betekenis in de zin van "afkomstig van". Duidelijk is wel dat geleidelijk aan "van" steeds vaker wordt toegevoegd.

In het "Woordenboek der Nederlandsche taal" (Achtste deel, eerste druk, 1916) wordt melding gemaakt van het woord "Kruil(en)". De daarbij opgenomen tekst luidt als volgt:

Kruil, Znw. In de uitdrukking Het is maar om de Kruil , "om de kool, om te lagchen" (MARIN).

Kruilen , Onz. zw. ww. Misschien hetzelfde woord (maar tot een ander dialect behoorende) als Kroelen , waarmee het in de bet. 2) overeenkomt: zie Kroelen , 1). De bet. 1) past goed bij 't geen onder Kroelen gezegd is omtrent de oorspronkelijke bet. en de verwanten van dat woord. Thans geheel verouderd.
1) Krullen || Kruyllen. j. krollen, kil.
2) Dicht tegen elkander liggen of zitten; ook: ineengedoken, lekker warm liggen, zich koesteren. ||'t Eene diertje 't ander leckt, Duyf en doffer treckebeckt, Knort en kruylt, en onbeteutert Musch en knoter tjilpt en kneutert, VONDEL 2, 683. Mij lust in 't woud ter jagt te gaan, ... of op 't klaver te kruilen, VALENTIJN, Ovid . 1,13. Als 't kout is, is 't goet kruilen in de son; als 't heet is, onder schaduw, 1, 238 (zie ook 1, 132; 2, 93). Het is nu tyd ..., Daar 't jaar zoo zoet neemt zyn begin, Te kruylen in dit groene lommer, Schimp- en Hekeld. 170.
Samenst. en samenst. afl.
-- In de bet. 1). Gekruillokt , krulharig ("So hy ooc te vooren in diverse gedaenten, als van een swart mensch, een swart schaepken, eenen ghecruylockten hout ende andersints by u gheweest (is) en ghy ... hem met 't maecken van een kruys verjaeght hebt", bij CANNAERT, bijdr . 241, a o . 1604; zie ook 486).
-- In de bet. 2) Kruilheuvel , als vert. van collis apricus bij VALENTIJN, Ovid . 1,150.
Aanm. Niet geheel duidelijk is de bet. van kruilig op de Dl. III, 1760 bij BUIL, afl. aangehaalde plaats; verg. het ald. gezegde.

Uit het voorgaande wordt een eigen betekenis van het woord niet echt duidelijk, wel blijkt dat "Kruyl" en "Krul" wat betekenis betreft van gelijke orde zijn. Dit zou een verklaring kunnen zijn voor het door elkaar gebruiken van "Cruijl"/"Cruyl" en "Crul" in Nederland en met name in Gent. Rond 1600 moet de klank van beide namen ook nagenoeg gelijk zijn geweest. Omdat in die periode nog geen vaste spellingsregels bestonden was de klank van een woord een belangrijke aanwijzing voor de wijze waarop dat woord geschreven werd.

Meer wordt duidelijkheid in het "Verklarend woordenboek van de Familienamen in Belgie en Noord-Frankrijk" (Brussel, 1993) van Dr. Frans Debrabandere:

Krul(s), Crul(s), Crulle, Krol(s), Kroll, Krüll(s), Crol(s), Croels, Crals, Cruyl .; Bijnaam. Naar het krulhaar. D. Kroll. 1322 uxore Gerardi Crules, Tienen (C. Baert, Oostbrabantsche persoonsnamen uit de XIVde eeuw (ca. 1300-1431), Leuven, 1946, pag. 326); 1342 Janne den Crul, Gent (N. de Pauw en J. Vuijlsteke, De rekeningen der stad Gent. Tijdvak van Jacob van Artevelde 1336-1349, Gent, 1874-1885, pag. 257); 1397 Joes le Crul dit Wulf, Tielt (Baljuws rekeningen Algemeen Rijksarchief Brussel Rekenkamer 13.811-13.812, 2 f 237); 1419 Jan Croels = 1427 Jan Croel, Hasselt (A. Ghijsen, Anthroponomy van Hasselt van 1232 tot 1499, Leuven, 1947, pag. 392); Krols, Kosterlee (Antwerpse Poortersboeken 1533-1608, I-III, Antwerpen, 1978).

Het gebruik van de achternaam "van Kruijl"

Niet alle nakomelingen van de oudst bekende stamvader hebben de naam "van Kruijl" (of een variant daarop) gevoerd.

De nakomelingen van Samuel Lievensz. Cruijl groeiden op in Amersfoort. Daar werd de achternaam geleidelijk vervormd tot varianten op Krul en Krol.

Ook Jan Lievensz. van Cruijl voert slechts zelden de achternaam "van Cruijl".

Elisabeth Lievens van Cruijl gebruikt de achternaam al regelmatig evenals haar broer Gerrit Lievensz. van Cruijl. Van hem stammen de thans in Nederland levende leden van dit geslacht af.

De schrijfwijze ligt vanaf dat moment eigenlijk al vast. De enige wijziging die nog optreedt is een geleidelijke overgang van de "C" naar de "K". Dit was geen garantie voor een consequente spelling bij inschrijving van dopen, huwelijken en overlijden.

Een rondgang door het basismateriaal verraadt al een grote variatie. Hierbij zijn er een aantal die zich niet goed laten verklaren omdat het een aanzienlijke verminking van de naam betreft. Voorbeelden, afgezien van het achterwege laten van de achternaam of "van", zijn Kruijll, Kruijn, Kruijt, Kruij, Krijl, Krul, Krull, Kruls, Kreil, Kreijl, Criu, Verkruijl, Nuwijle, Kuijl etc.

Het mag duidelijk zijn dat de desbetreffende informatie soms pas werd gevonden, nadat via een geheel andere ingang de ontbrekende gegevens werden benaderd (veelal de naam van de echtgeno(o)t(e), of domweg een bepaalde periode integraal doorlezen).

Dat ook in het verleden een aantal familieleden zich stoorden aan een foutief gebruik van de familienaam, blijkt uit een tweetal huwelijksacten van Gerrit van Kruijl (1795-1853). Ongeveer de helft van de desbetreffende acten gaan over de wijze waarop zijn naam en die van zijn moeder geschreven moeten worden.

Tot op heden is in er nog geen uniformiteit in de dagelijkse schrijfwijze (vaak wordt voor het gemak "van Kruijl" geschreven als "van Kruyl").

Familiewapen?

Daar kunnen we kort over zijn: er is geen wapen bekend en zo'n wapen zal er naar alle waarschijnlijkheid niet zijn geweest. De maatschappelijke positie van de in deze genealogie besproken personen was er ook niet naar. Er was geen greintje adel te bekennen en ook een andere noodzaak voor een wapen, zoals een bestuursfunctie, ontbrak. Wel zullen er meestertekens in gebruik zijn geweest. Vooral bij de smeden en/of huisslotenmakers in de 18e eeuw is dat meer dan waarschijnlijk. Alleen is het niet meer bekend wat dat voor een teken zal zijn geweest.

Wel is er een wapen bekend van een familie "Kruyl" die in het geheel niets te maken heeft met deze genealogie. Vanwege de gelijkenis van één van de varianten in schrijfwijze, wordt dit wapen toch even genoemd. Dit wapen valt te vinden in: J. Siebmacher's grosses und allgemeines Wappenbuch 11. Abt. : Der Adel der Russ. Ostseeprovinzen, deel 2. : Der Nichtimmatrikulirte Adel. - 1901, (Auteur: Siebmacher , J., bewerkt door: Gritzner , Max F.A) op pagina 24:

Crowel (Crouwel, Cruel, Kruyl). Revaler Patriziergeschlecht, aus dem 7. März 1350 Reiner C., Bürgermeister in Reval (Siegelumschrift S. Reynoldi de Manso!) urkundet. [volgt een beschrijving van diverse personen van die familie] Wappen. (Taf. 17). Ein Tischgestell oder Schragen

Wapen van de familie Crowel.

De variatie in schrijfwijze ("Kruyl") lijkt wel op de familienaam "van Kruijl" maar is gezien de locatie (Reval, het huidige Tallinn in Estland) nogal ver verwijderd van de bron (Gent). Geen illusies derhalve over een familiewapen.

De "Heusdense" Tak

Tijdens de speurtocht naar leden van het geslacht "van Kruijl", kwam tevens een geslacht met de naam "Kruijl" aan het licht waarvan de oorsprong in Heusden ligt, met een verspreiding naar Rotterdam en Den Haag. Dit geslacht is thans uitgestorven.

Alhoewel de naam in Nederland zeer zeldzaam is en het hier vermoedelijk een afsplitsing van het geslacht "van Kruijl" betreft, is nog geen aansluiting gevonden. Mogelijk dat de Heusdense tak, evenals de Utrechtse tak, Gent als gemeenschappelijke oorsprong heeft. Tot op heden is in Heusden echter geen concrete indicatie gevonden die Gent als oorsprong aanwijst.

Volkstelling 1947

Naar aanleiding van de volkstelling van 31 mei 1947 zijn de namen van alle daar in betrokken personen per plaatsnaam en achternaam gegroepeerd, geteld en gepubliceerd. Het daarbij gebruikte basismateriaal wordt bewaard in het P.J. Meertens Instituut te Amsterdam.

Deze publicatie geeft een mooi aanknopingspunt om nog eens te controleren of er nog (groepen van) personen over het hoofd zijn gezien. Tenslotte blijkt ook uit de genealogie die in het vervolg is opgenomen, dat er een aantal mensen verdwijnen zonder een spoor na te laten. Aanleiding dus om de gegevens eens nader te bestuderen.

Uitgaande van de gepubliceerde delen komen er in totaal 38 personen voor met de achternaam "van Kruijl". Op het eerste gezicht lijkt daarmee een probleem te ontstaan, want op basis van de genealogie zouden er op de peildatum slechts 37 personen met deze achternaam in leven zijn.

Met behulp van het in Amsterdam bewaard gebleven basismateriaal, dat per persoon is vastgelegd op kaartjes, is de exacte opbouw van die volkstelling voor de personen met de naam "van Kruijl" gereconstrueerd. Dan blijkt dat voor 2 namen er naar alle waarschijnlijkheid een fout is gemaakt bij het overnemen van de achternamen vanuit het basismateriaal naar het te publiceren drukwerk. In een ander geval is een persoon niet opgenomen ondanks het feit dat de overlijdensdatum na de peildatum ligt, zodat die grens niet al te strikt zal zijn gehanteerd.

Het hierna opgenomen overzicht geeft geen onbekende namen te zien. De uit het basismateriaal overgenomen gegevens met betrekking tot voornamen, geboortedatum en adres zijn bij de desbetreffende plaatsnaam geplaatst. De vermelde personen komen voor in de verdere uitwerking in de volgende hoofdstukken.

De volledigheid van dit overzicht bevestigt dat in 1947 alleen nog nakomelingen van de in deze genealogie besproken personen in leven waren.

De hiervoor genoemde publicatie bevatte dus onvolkomenheden. Het hierna opgenomen overzicht is daarom waar nodig gecorrigeerd en aangevuld. Naar analogie van de oorspronkelijke publicatie is ook hier gekozen voor een overzicht naar plaatsnaam met het aantal personen tussen haakjes vermeld. De volgorde van de personen is gebaseerd op een alfabetische sortering. De achter elk persoon tussen haakjes opgenomen nummering verwijst naar de plaats in de genealogie en de pagina waar deze zich bevindt.

personen met de naam "van Kruijl" tijdens de volkstelling van 1947 .

Den Haag (14):
Adrianus Johannes (zie XI.1.b), Alida Maria (zie XI.1.a), Arie Johannes (zie X.2), Arie Johannes (zie XII.1), Barend Gijsbert (zie XI.5), Gerard (zie X.4), Gerrit (zie XI.1), Janna (zie X.2.e), Janna Lambertje (zie X.4.a), Johanna Maria (zie XII.2), Johannes Gerrit (zie XII.3), Maria Magchelina (zie XII.4), Neeltje Janna (zie X.2.d), Nicolaas (zie XI.2).

Bodegraven (8):
Arie Johannes (zie XI.4), Janna (zie X.3.d), Johannes Cornelis (zie X.3), Johannes Cornelis (zie XII.5), Margaretha (zie XII.6), Pietje (zie X.3.b), Teunis (zie X.3.c), Ebbedina (zie IX.4.c) (zij komt niet voor in het basismateriaal van de volkstelling, terwijl zij op de peildatum nog in leven was. Mogelijk veroorzaakt door het later uitvoeren van de werkzaamheden gecombineerd met haar overlijden op 22 juli 1947).

Utrecht (6):
Charlotte Eleonora Johanna (zie X.7.a), Clasina Elisabeth (zie X.7.f), Franciscus Johannes (zie XII.10), Johanna Angenita Geertruida (zie XII.11), Johanna Hendrika (zie X.7.e), Johannes (zie XI.6).

Rotterdam (2):
Jannetje Cornelia Hendrica (zie X.1), Johanna Cornelia (zie IX.3.j).

Breda (2):
Helena Elisabeth (zie X.6.b), Hermine Elisabeth (zie XI.5.a).

Zuilen (1):
Wilhelmina (zie X.7.c).

Zoelen (1):
Gerrit (zie XI.3).

Amerongen (1):
Franciscus (zie X.7.d).

Alphen a/d Rijn (1):
Magdalena (zie IX.6.e).


Bergen op Zoom (1):
Johanna Hermina (zie X.6.c). Zij is in de publicaties in Bergen op Zoom abusievelijk geteld als "Kruijt".

Nb. Zowel in Bloemendaal als in Oud Alblas was volgens de publicaties een (van) Kruijl geteld. Onderzoek in het basismateriaal bracht overigens geen personen met een dergelijke naam aan het licht. Het is zeer waarschijnlijk dat abusievelijk de letter "s" (Kruijs) voor een "l" is gelezen.

Utrecht

In Utrecht zijn de doopinschrijvingen bewaard gebleven vanaf circa 1610 (echter niet van alle kerken), de huwelijken daarentegen al vanaf het jaar 1595. Een belangrijke bron is tevens het archief van de Momboirkamer (Momboir=voogd), waarin vanaf 1623 diverse gegevens werden geregistreerd. Elders werd een dergelijke instelling ook wel weeskamer genoemd. De Momboirkamer had onder andere tot taak de afhandeling van de nalatenschap van overledenen te volgen. De veelvuldig in het kraambed gestorven vrouwen lieten kinderen en soms ook vermogen na. Voor het stadsbestuur was van belang het vermogen veilig te stellen. De stad kon uit dit vermogen een deel van de kosten goedmaken indien het noodzakelijk was de nagelaten kinderen op te nemen in het Stadskinderhuis. Eeuwenlang was het in Utrecht verplicht tijdig aangifte van het overlijden te doen bij de Momboirkamer.

De regels van de Momboirkamer zijn in de loop van haar geschiedenis regelmatig aangepast. Zo is lange tijd bij de aangifte van het overlijden ook de datum van het begraven geregistreerd en later ook de daadwerkelijke overlijdensdatum. Niet altijd werd duidelijk of naast de datum van aangifte bij de Momboirkamer de overlijdensdatum dan wel de datum van begraven werd genoteerd.

Gezien het hiervoor geschetste belang voor de stad werd veelal ook geregistreerd welke familiebetrekkingen door de overledene werden nagelaten. Belangrijk gegeven daarbij was het feit of kinderen "mundig" (volwassen) of "unmundig" (niet volwassen) waren en soms ook het aantal op dat moment in leven zijnde kinderen. Interessant zijn de gegevens die incidenteel worden opgenomen zoals de straat waarin men woonde en een heel enkele keer zelfs het beroep van de man.

Door combinatie van de gegevens bij doop, huwelijk, overlijden en andere bronnen is van een aantal leden van het geslacht te reconstrueren waar zij in Utrecht hebben gewoond.

Dit bevestigt tevens nog eens de eigen waarneming, dat de naam "Cruyl" en "Crul" in Gent regelmatig voorkomt, waarbij beide namen door elkaar gebruikt werden.

beschikbaar, doch op basis van onder andere de hiervoor genoemde gegevens mag aangenomen worden dat hij de vader is van (minimaal) 4 kinderen die enkele jaren later in Utrecht in het huwelijk treden. Daarna is het geslacht steeds vertegenwoordigd geweest in Utrecht.